Stratigrafisch en Kleurhistorisch Onderzoek

Een gedetailleerd kleurhistorisch onderzoek is de basis van een gedegen restauratie.
Een kleurverkenning en –onderzoek houdt meer in dan het bepalen van de kleur die de onderzochte ruimte bij de restauratie krijgen kan. In een historisch interieur zijn alle elementen -van de architectuur tot en met de geschilderde decoraties- onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een kleurhistorisch onderzoek kan een belangrijke aanvulling zijn op een bouwhistorisch rapport waarin deze onderlinge verbanden in een interieur kunnen worden gelegd. Het onderzoek is van groot belang in de waardebepaling van elementen in een interieur of van het pand in zijn geheel. Het geeft inzicht in de geschiedenis van het gebouw en zijn bewoners, maar kan ook een informatiebron vormen voor de geschiedenis van de Nederlandse interieurkunst en wooncultuur: een belangrijk onderdeel van ons huidige nationaal sociaal-cultureel erfgoed.

Bij Heuft Historische Binnenruimten begint een kleurhistorisch onderzoek bij een kleurhistorische inventarisatie: een korte inventarisatie van de nog aanwezige verflagen en andere afwerkingen op de verschillende interieuronderdelen in de te onderzoeken ruimtes. Door middel van ‘sonderingen’ wordt er gekeken waar en hoeveel kleurlagen nog aanwezig zijn. Hiermee kan inzicht verkregen worden van de hoeveelheid informatie dat het pand kan geven over hoe de ruimtes in het verleden gedecoreerd en gebruikt zijn. Er kunnen hierna echter nog geen conclusie worden getrokken over de toegepaste kleuren en afwerkingen.
Deze inventarisatie vormt de basis voor een uitgebreidere kleurhistorische verkenning waarin verder gezocht kan worden naar de relaties tussen verschillende historische afwerkingen op verschillende onderdelen en waarna mogelijk ook meer exacte dateringen gegeven kunnen worden. Meerdere historische kleurlagen kunnen één voor één worden vrijgelegd in een zogeheten ‘kleurtrap’ of ‘stratigrafie’ De gevonden verflagen kunnen vervolgens gekoppeld worden aan de geschiedenis van het pand: de zogenaamde bouw- en bewonersfasen. Bij een kleurhistorisch onderzoek wordt daarom veel gebruik gemaakt van historische bronnen en archieven.
Naast stratigrafieën, worden dan grotere vensters vrij gelegd en kunnen verfmonsters genomen worden. Met deze monsters kunnen met gebruik van technische onderzoeksmethoden, zoals de microscopische bestudering van de laagopbouw in het monster en eventueel een analytisch laboratoriumonderzoek, pigmenten en bindmiddelen in de verflagen geïdentificeerd worden. Er is dan sprake van een aanvullend specialistisch kleurhistorisch onderzoek.

Een kleurhistorisch onderzoek verloopt daarom in verschillende opeenvolgende stappen. Deze aanpak is conform de Uitvoeringsrichtlijn Kleurhistorisch Onderzoek. U vindt deze uitvoeringsrichtlijn hier.

Bij een kleurhistorisch onderzoek kunnen altijd spannende en onverwachte vondsten aan het licht komen: resten decoratief papierbehang, handtekeningen van decoratieschilders, of stukjes kranten waarmee opeens een hele precieze datering gegeven kan worden. Deze geven samen met het stratigrafisch onderzoek kleur aan het verhaal van het gebouw en zijn bewoners, waarop belangrijke besluiten omtrent een volgende restauratie gevormd kunnen worden.